Allereerst moeten we stellen dat we blij zijn dat de Vlaamse Regering middelen heeft vrijgemaakt om auto- en fietsdeelaanbieders door de COVID-19 crisis te loodsen. Door de COVID-19 crisis zien heel wat aanbieders zwarte sneeuw. Zo zakte het gebruik bij sommigen met -80% tijdens de eerste lockdown. Ook in de huidige lockdown zien we opnieuw een sterke terugval van het gebruik. De goedgekeurde steunmaatregelen zijn dan ook een erkenning voor het duurzame karakter van de sector.
Desalniettemin stellen we vast dat bij de verdeling van de middelen geen rekening is gehouden met ons advies dat we – na raadpleging van verschillende aanbieders én op vraag van de Vlaamse Overheid – in juni opstelden. De huidige beslissing schiet dan ook te kort op de volgende punten:
- De subsidie trekt de kaart van aanbieders met een eigen vloot en vergeet het delen van privéwagens of voertuigen van overheden of bedrijven die beheerd worden door autodeelorganisaties. Nochtans hebben deze vormen van autodelen ook een aangetoonde impact op de reductie van het autobezit. We betreuren dan ook deze eenzijdige toekenning van middelen.
- De Vlaamse Regering beslist om o.w.v. de beleidsdoelstellingen inzake klimaat, luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid evenveel middelen te besteden aan fietsdelen dan aan autodelen. Nochtans zijn de vaste kosten bij autodelen een pak hoger dan bij fietsdelen en is de bewezen impact op vlak van autobezit en modal shift vnl bij autodelen reeds bewezen Wij stelden in ons advies dan ook een verdeling 75-25 voor, waardoor elke fiets- en autodeelaanbieder een min of meer gelijk deel van de vaste kosten terug kon krijgen. Volgens onze eerste inschatting zal het subsidiebedrag (meer dan) voldoende zijn voor alle fietsdeelaanbieders, terwijl voor autodelen minder dan een kwart van de voertuigen een financiële ondersteuning zal krijgen. We stellen vast dat dit een ideologische beslissing is die geen rekening houdt met de financiële realiteit van de verschillende vormen van gedeelde mobiliteit.
- De beslissing van de Vlaamse Regering stelt dat enkel voertuigen die operationeel waren in de periode tussen 12 maart en 7 juni in aanmerking komen. Deze strikte benadering houdt geen rekening met voertuigen die wél al aangekocht (en geleverd) werden voor en tijdens de lockdown, maar omwille van COVID-19 niet ingezet konden worden. De vaste kosten liepen m.a.w. al, zonder dat er inkomsten uit gebruik mogelijk waren.
- We stellen vast dat bedrijven waarbij meer dan 50% van het aandeelhouderschap of meer dan 50% van het kapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van een overheid, worden uitgesloten van de subsidie. We betreuren deze beslissing omdat aandeelhouderschap niet per definitie gelijk staat ondersteuning in de werking.